In mijn vorige blogpost vertelde ik jullie hoe onze naaiende voorouders aan hun stoffen en naaiartikelen kwamen. Maar hoe geraakten zij aan de juiste patronen? De meeste dames van de middenklasse hadden de basistechnieken handwerk aangeleerd tijdens hun lagere schooltijd en konden behoorlijk overweg met naald en draad. Net als wij vandaag, hadden ze ook patronen nodig, die ze vonden in populaire handwerkbladen. Geen ‘La maison Victor’ of ‘Burda Style’, maar wel damesbladen met ronkende namen als ‘De Bazar’, ‘De Gracieuse’ en ‘De Vrouwenwereld’. In tegenstelling tot vandaag konden enkel de dames uit de hogere middenklasse met voldoende personeel zich dergelijke damesbladen permitteren. Zij hadden immers tijd om te handwerken terwijl het personeel hun huishouden runde.
‘De Bazar’ was de Nederlandstalige versie van ‘Die Modenwelt’, het Duitse geïllustreerde tijdschrift voor Kledij en Handwerk. Dit tijdschrift werd opgericht in 1865 en telde vijf dagen na de lancering 3.000 abonnees. Vier jaar later bedroeg de oplage al 100.000 exemplaren en verscheen dit blad, naast Duitsland en Nederland, ook in acht andere landen waaronder Rusland, Frankrijk (‘La Saison’), Denemarken (‘Dagmar’) en Spanje (‘El Correo de la Moda’). De illustraties waren in elk land gelijk, maar de teksten werden aangepast en vertaald. ‘De Gracieuse’ was de Nederlandstalige versie van de Duitse ‘Der Bazar’, een tijdschrift dat vooral de Parijse mode probeerde te verkopen. ‘De Vrouwenwereld’ was deels een modeblad, maar bevatte tegelijk ook poëzie en huis-, tuin- en keukentips.
De bladeren leken ook allemaal erg op elkaar; ze begonnen onder de titel van het blad onmiddellijk met het hoofdartikel en een rijk geïllustreerde zwart-wit gravure. Duidelijk minder visueel dan onze huidige covers van LMV en Burda. De meeste nummers hadden één bijbehorend knippatroonblad, meestal met patronen voor damesmode, nachtkledij of kinderkleding, alles door elkaar. Patronen voor herenmode waren eerder schaars. Ik vermoed dat de heren meer vertrouwen hadden in hun eigen kleermaker. Behalve naaipatronen brachten de damesbladen ook borduur- en haakpatronen voor kledingversiering en gebruiksvoorwerpen. Zo werd er meermaals een patroon gepubliceerd voor een antimakassar. Na een beetje opzoekwerk blijkt dit de het kleedje te zijn dat men over de rugleuning van stoelen en zetels hing om deze te beschermen tegen de toen gebruikte haarolie nl. makasserolie.
Om de patronen van de Gracieuse te bekijken kan je trouwens terecht op de website ‘Het geheugen van Nederland‘. Deze geweldig interessante blogpost van atelier Nostalgia maakt je wegwijs in hoe je dergelijk patroon moet lezen. Ook De Bazar is volledig digitaal te bekijken op de site van de Koninklijke Biblioteek van Nederland via deze link.
Dus je ziet, ook 150 jaar geleden waren patroonbladen populair. Het grote verschil is dat de huidige lezeressen niet enkel naaien maar ook het huishouden moeten bestieren. En geef toe, zouden we soms niet stiekem ons enkel met naaien willen bezig houden😊?
Tot schrijfs,
Tatiana
Wat interessant zeg! Echt een luxe hobby dus. Dure stoffen en dus ook dure bladen… Nu, in de tijd van fast fashion, niet meer voor te stellen hoe duur kleding toen was.
LikeLike
Wat leuk om te zien. Ik ben altijd nieuwsgierig hoe de pasvorm van de kleding uit die tijd is. Ik heb een boek dat heet ‘ Ik kan kostuumnaaien’ naar er werd nogal wat opvullingen gebruikt om een bepaalde gewenste pasvorm te verkrijgen.
LikeLike
Amai… ben wel versteld van het aantal abonnees in die tijd 😲
LikeLike
Wat interessant! Ik vind het echt leuk om deze dingen te lezen. curiositeiten uit de geschiedenis.
LikeLike