Had ik al eens verteld dat ik niet van strijken hou? Met lange werkdagen, een huishouden-van-twee en té veel hobby’s, staat die activiteit zowat op de laatste plaats in mijn prioriteitenlijst. Het zal je dus niet verbazen dat ik zelden of nooit met katoen of linnen werk. Dat moet je namelijk na het wassen weer mooi in vorm strijken. In de praktijk eindigt het kledingstuk vaak op de strijkstapel, om pas weer boven te komen als ik eens veel tijd en goesting heb om de onoverzichtelijke hoop strijk weg te werken.
Van zodra ik een heel klein beetje kon naaien, ging ik dus aan de slag met tricot. Hoe zalig dat je een jurk, top of bloesje gewoon op de kapstok te drogen kan hangen, om het dan weer aan te doen. Toch was ik wel wat wantrouwig. Bij heel wat naaiende vriendinnen hoorde ik namelijk een grote afkeer van rekbare stoffen.
Werken met tricot doe je, naar het schijnt, best met een overlockmachine. Die aankoop staat op mijn wenslijstje, maar voorlopig moet ik het doen met een gewone naaimachine. Gelukkig naaide ik al een paar maand bij Boho Atelier voor ik zelf een naaimachine kocht, en wist ik dus wat de mijne zeker moest hebben: een aanpasbare persvoetdruk.
Met mijn Brother Innov’is 100 werd tricot naaien ineens een makkie. Toch gebeurt het nog wel eens dat ik ruzie krijg met mijn stof en naaimachine. Dan trekt alles mijn machine in, en duurt het weer een tijdje voor alles in orde is. Ik leerde al doende wat ik moest doen om het te voorkomen.
Een paar tips op een rijtje:
- Hou je draadjes vast als je begint met naaien.
- Strijk naadband langs je armsgaten, halsboord en alle randen die niet mogen uitrekken bij het stikken. Dat voorkomt heel wat ellende.
- Stik de naden met een stretchsteek of een kleine zigzagsteek. Zo rekt de draad mee met je stof, en breekt hij niet op een onverwacht moment.
- Gebruik een stretchnaald met een stompe punt, waardoor je geen gaatjes krijgt in je stof.
- Start een centimeter van de rand met naaien, en naai achteruit terug tot de rand.
- Schakel zo mogelijk een boventransport in. De stof wordt makkelijker meegenomen en rekt niet onnodig uit.
- Heeft jouw machine de mogelijkheid om de druk op je voet aan te passen? Zet die dan een paar standen lichter.
- Stik de boordjes met een tweelingnaald, dat voorkomt dat ze omkrullen.
- Strijk de afgewerkte randen en naden goed, om het stiksel te verstevigen. Dat geeft een strakker en mooier resultaat.
Heb jij nog tips om de strijd tegen het ‘monster dat tricot heet’ te winnen? Laat het snel weten, de naaigemeenschap zal je dankbaar zijn!
Tot snel!
Lieve
Mijn moeder weigerde vroeger om tricot kledingstukken voor mij te naaien. Ik
Had dus zelf ook een beetje angst om eraan te beginnen, maar heb het per ongeluk toch gedaan (zie m’n laatste blogpost). Een goede machine maakt het verschil, denk ik, want bij mij ging het uiteindelijk best heel goed! Ik heb een Husqvarna met regelbare persvoetdruk en dat is, zoals je zegt, echt wel onmisbaar. Een lockmachine staat hoog op mijn verlanglijst 😉
LikeLike
Raar hé, die angst voor tricot… Blij dat ook jij erover gestapt bent!
LikeLike